De staatsagent die toezicht hield op KLM tijdens de periode waarin het bedrijf miljarden euro’s staatssteun kreeg, vindt de antwoorden van demissionair minister Steven van Weyenberg (Financiën) op vragen van Kamerlid Tom van der Lee onder de maat en vult aan.
Dit gebeurt in een bijlage van een brief van de staatsagent aan de Eerste Kamer. De brief bleek tijdens het debat van dinsdag jongstleden niet bekend bij de Kamerleden, maar is nu alsnog toegevoegd aan het dossier op verzoek van de SGP.
In de aanvulling noemt staatsagent dr Jeroen Kremers de antwoorden van de minister op meerdere punten onjuist of onvolledig. Ook geeft Kremers aan dat de minister op belangrijke vragen ontwijkend antwoordt.
Toetsing Europese Commissie
Dat is bijvoorbeeld het geval bij een vraag over de eventuele toetsing door de Europese Commissie of de verleende steun wel terecht is gegeven. Bij de goedkeuring van de steun zijn de steunvoorwaarden en de toezichthoudende rol van de staatsagent nadrukkelijk ingebracht. “Indien zou blijken dat de voorwaarden door KLM niet zijn nageleefd en door de minister niet gehandhaafd, kan dat risico’s opleveren van procedures van de Europese Commissie en/of concurrenten van KLM (zoals Ryanair).”
Van Weyenberg stelt in zijn antwoorden aan Van der Lee dat KLM pas in 2023 niet meer aan de vereiste kostenreducties voldeed. “Dit antwoord verdraait de feiten. Reeds in 2021 en 2022 voldeed KLM niet aan de voorwaarden van structurele kostenreductie”, verduidelijkt de staatsagent.
Belastingontwijking piloten
Over de belastingontwijking door piloten is Van Weyenberg evenmin open. In de overeenkomst met KLM is daarover geen voorbehoud opgenomen, terwijl de minister nu aangeeft dat er overeenstemming met de vakbonden nodig zou zijn. “Sinds het aangaan van de verplichting aan de Nederlandse Staat zijn door KLM nieuwe cao’s afgesloten waarbij deze afspraak als voorwaarden aan de bonden had kunnen worden gesteld. Dat heeft de onderneming nagelaten.”
Op de vraag van Kamerlid Van der Lee of het functioneren van de raad van commissarissen nog zal worden onderzocht, antwoordt de minister volgens Kremers te beperkt.
“De Nederlandse Staat heeft de afgelopen jaren bijna 1 miljard euro besteed aan de aankoop van aandelen in het moederbedrijf van KLM. [..] Aan de Kamer zijn deze uitgaven verantwoord op grond van de doelstelling om invloed te verkrijgen in het moederbedrijf. Is die invloed aangewend om het bestuur en de commissarissen van KLM tot het voldoen aan de steunvoorwaarden te brengen?”
Verspilling van overheidsmiddelen
“Als de minister van oordeel is dat uitsluitend juridische opties begaanbaar zijn om invloed uit te oefenen, dan stelt de minister in feite dat de Staat niet de gewenste invloed heeft zonder de meerderheid van de aandelen te bezitten. Dat roept de vraag op of de minister het nodig vindt de meerderheid van de aandelen te verkrijgen danwel dat de bijna 1 miljard euro voor een minderheidsaandeel een verspilling van overheidsmiddelen is geweest”, aldus Kremers.
De Kamer wilde ook weten waarom de minister dacht dat KLM succesvol verweer zou kunnen voeren in een procedure tegen het niet naleven van de steunvoorwaarden. Kremers betoogt dat de structurele kostenreductie niet slechts werd beoogd in de voorwaarden, maar juist expliciet en formeel zijn vastgelegd. “Zo is dat ook telkens aan de Kamer medegedeeld, zowel bij de aanvang van de steunoperatie als ter verkrijging van de goedkeuring van de Kamer voor de aankoop van aandelen.” In de overeenkomst is bovendien niet opgenomen dat de eis om te komen tot structurele kostenreductie zou vervallen na beëindiging van het steunpakket.
In de vijfde voortgangsrapportage noemde de staatsagent het jaarverslag van KLM misleidend. “De minister nam geen afstand van die constatering toen hij deze rapportage toestuurde aan de Kamer. In zijn antwoord op de vragen van Van der Lee neemt de huidige minister er wel afstand van, zonder enige onderbouwing en zonder in te gaan op de gronden waarop de staatsagent met behulp van een externe deskundige tot die beoordeling kwam. Dat een externe controle is uitgevoerd door de accountant is hier geen argument, omdat de kritiek van de staatsagent ook die externe accountants betreft.”
Voorwaarden niet vervallen
Minister Van Weyenberg stelt vervolgens ten onrechte dat de voorwaarden van de staatssteun zijn vervallen na beëindiging van het steunpakket, zo stelt Kremers. “Geen enkele bepaling staat het alsnog eisen van naleving in de weg. Dat betreft in ieder geval het beëindigen van het faciliteren van mogelijke belastingontwijking door het vliegend personeel. [..] Naast het eisen van naleving kan de Staat schade claimen voor niet-naleving van de voorwaarden gedurende de steunoperatie.”
Oud-staatsagent Kremers vermoedt dat de juridische analyses die Financiën heeft laten maken over mogelijke procedures tegen KLM zijn gebaseerd op onjuiste of onvolledige aannames. “De conclusie van de minister dat een procedure weinig kans van slagen heeft, is niet adequaat onderbouwd.”
De minister heeft inmiddels besloten af te zien van een procedure voor naleving van de voorwaarden omdat dit veel geld en tijd zou kosten. “Hoe verhoudt dit argument zich tot de omvang van het steunpakket, nota bene een van de meest omvangrijke ooit in ons land?”
Niet onafhankelijk
Het ministerie liet twee juridische analyses maken, onafhankelijk van elkaar door twee advocatenkantoren. Maar beide kantoren speelden een rol in deze zaak. “Kantoor Linklaters heeft de overeenkomst opgesteld die nu door de minister niet handhaafbaar wordt genoemd, terwijl kantoor PelsRijcken hiervoor werd gepasseerd als vast advocatenkantoor van de Staat. Beide kantoren zijn dus niet gekwalificeerd voor een onafhankelijke review.”
Op de vraag van Van der Lee waarom de minister niet voldoende belang ziet om nakoming van de voorwaarden alsnog af te dwingen, antwoordt Van Weyenberg opnieuw “onvolledig en onjuist”.
“Nergens blijkt dat het terugbetalen van de lening en beëindiging van de garantie de hoofdverplichting uit de overeenkomst was of dat andere verplichtingen minder belangrijk zijn. Evenmin staat vast dat het al dan niet lijden van vermogensschade maatgevend is voor het slagen van een juridische procedure. [..] Overigens heeft de Staat wel degelijk schade geleden, immers zijn miljarden euro’s aan publieke middelen oneigenlijk besteed doordat niet aan de door de Staat en de Kamer gestelde voorwaarden is voldaan. Nog afgezien van de zeer omvangrijke subsidie voor KLM in de vorm van niet-marktconforme rente en garantievergoeding. Immers wilde de markt aan KLM tegen geen enkele rente financiering verstrekken.”
Uit de wind houden
Uit de aanvullende antwoorden van de staatsagent blijkt duidelijk dat het kabinet op dubieuze gronden afziet van een procedure tegen KLM die juist vrij kansrijk zou zijn. Het bedrijf wordt om onduidelijke en niet-onderbouwde redenen uit de wind gehouden, zelfs als dit de geloofwaardigheid van de overheid en het vertrouwen in de politiek ernstig schaadt.
Op 27 maart 2024 debatteert de Tweede Kamer opnieuw over de kwestie. Daarna volgt mondeling overleg met de minister in de Eerste Kamer.