Maandag 11 maart organiseert de gemeente Haarlemmermeer een informatieavond voor burgers die bezorgd zijn over de PFAS-perikelen op en rond Schiphol. Want er valt heel wat uit te leggen.
Al in 2018 schrijft de Inspectie Leefomgeving & Transport (ILT) aan de minister van Infrastructuur dat er een probleem is rond Schiphol met PFOS, één van de gevaarlijkste varianten van alle PFAS-verbindingen. Opmerkelijk is de woordkeuze in deze e-mail, waarin ILT aangeeft dat het ‘uiteraard’ bekend is. Dit impliceert dat de problematiek breed gekend is.
De grote vraag is dan – als het probleem algemeen bekend is – wat het bevoegd gezag heeft gedaan met deze kennis. PFOS hoopt zich op in het milieu en in het lichaam en is zwaar giftig. Het vormt een rechtstreeks gevaar voor de volksgezondheid. Verspreiding van het gif noopt tot actie.
Afvoerputje
Tot op heden is niets bekend dan dat gemeente en provincie werkten aan soepeler normen, zodat Schiphol in staat was de grond te lozen. Zoals op deze site al meerdere keren aangetoond werd de gifgrond niet schoongemaakt, maar uitgereden naar nietsvermoedende buurgemeenten. Onder meer zijn partijen terechtgekomen in Aalsmeerderbrug, Spaarnwoude, Assendelft en Woubrugge. Deze woonkernen werden het afvoerputje van Schiphol, zo bleek uit een gezamenlijke presentatie van onder meer de gemeente Haarlemmermeer en afvalverwerker Afvalzorg.
De wet- en regelgeving voor gifgrond is er helder over. Als zo’n verontreiniging wordt gevonden, dient in kaart te worden gebracht in hoeverre deze zich uitstrekt en moet er gesaneerd worden. Dat is met de gifgrond van Schiphol nooit gebeurd. Sterker: pas nu wordt een experimentele gifwasser opgetuigd.
Dat het bevoegd gezag zich realiseert niet goed bezig te zijn met dit dossier, blijkt ook uit de bemoeienis van de landsadvocaat. Dat heeft weinig van doen met het saneren van giftige grond, maar alles met het inperken van juridische risico’s.
Opnieuw zware kritiek ILT
Op 12 januari van dit jaar uit de ILT opnieuw zware kritiek op de gang van zaken rond de tijdelijke opslag en de wasinstallatie. De inspectie deelt veel van de zorgen die ook in de omgeving leven. En plaatst grote vraagtekens bij de gevolgde procedures.
Zo merkt de dienst op dat de maximale concentraties die voorkomen in de te reinigen grond volgens het aanvraagformulier veel hoger zijn dan in de aanmeldnotitie voor de milieu-effectrapportage (MER) worden vermeld.
ILT vindt het onterecht dat het vuilwaterbassin buiten beschouwing is gelaten bij de beoordeling van het risico dat PFAS vrijkomt en waarschuwt voor verwaaiing bij transport, laden en lossen van de gifgrond. Ook signaleert de inspectie dat de emissies uit de stofbunker en de geplande trommelzeef zijn ‘vergeten’.
Zeiltjes
De inspectie stelt vervolgens dat er in de depots vloeistofdichte vloeren moeten worden aangelegd. De zeiltjes die Schiphol nu gebruikt en ook weer wil gaan gebruiken, voldoen niet aan de regels om mens, natuur en milieu te beschermen.
Over die ‘zeiltjes’ raakte een woordvoerder van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) nog geïrriteerd in het Haarlems Dagblad van 5 maart jongstleden. “De grond ligt ingepakt met folie. Dat is dus wat anders dan ‘een plastic zeiltje eroverheen, zoals het her en der genoemd wordt. Er wordt constant gemonitord of de folie bijvoorbeeld niet kapot is en ook of er niet alsnog grond of vervuiling weglekt.”
Alle trouwe lezers van SchipholWatch kennen inmiddels de foto’s van de gifdepots met daaroverheen gescheurde zeiltjes. Dat het vaak misgaat met de afdekking, blijkt ook klip en klaar uit de reactie van Schiphol op een formele waarschuwingsbrief van de omgevingsdienst.
Daarin stelt Schiphol dat scheuren onvermijdelijk zijn, maar dat steeds geprobeerd wordt het ‘zo snel mogelijk’ te fiksen. Dat laat zich niet anders kwalificeren dan houtje touwtje, met ondertussen grote kans op de verspreiding van PFAS via de lucht of het grondwater.
Schiphol blijkt sowieso voorschriften en adviezen over de omgang met PFAS weinig serieus te nemen. Zo stelt ILT dat de vloer waarop de gifgrond wordt gestort, vloeistofdicht moet zijn.
Maar de dagelijkse praktijk op Schiphol verschilt als dag en nacht met die voorschriften. Bovenstaande foto is in mei vorig jaar gemaakt van de tijdelijke gifdump TTOP3. Duidelijk te zien is dat een flinterdun zeiltje de ondergrond moet vormen voor tientallen tonnen aan gevaarlijke gifgrond en dat de stortingen tot over de rand van het zeiltje reiken.
Zoete koek
Zo beweert Schiphol dat er geen PFOS vrijkomt op de stortlocaties. Dat wordt voor zoete koek geslikt door de omgevingsdienst. Maar uit metingen blijkt dat rond eerdere tijdelijke opslaglocaties de bodem wel degelijk vervuild is geraakt.
Het blijft niet bij bodemvervuiling alleen, want voor een ander gifdepot ontving Schiphol een ernstige waarschuwing wegens vervuiling van het grondwater. Zo’n verontreiniging is zeer ernstig omdat PFOS zich razendsnel over grote afstanden kan verspreiden via grond- en oppervlaktewater.
Wat gemeente, provincie en omgevingsdienst gaan doen met de zwaarwegende adviezen van ILT, is een vraag die deze partijen mogelijk maandag aanstaande tijdens de informatieavond willen beantwoorden. Gaan ze de adviezen opvolgen en zoniet, waarom dan niet? Omwonenden verdienen antwoorden.
Het ILT-advies is in feite ronduit alarmerend. Het is dan ook pikant dat Statenleden van Noord-Holland en gemeenteraadsleden van Haarlemmermeer er niet proactief van op de hoogte zijn gesteld. Onlangs stelde GroenLinks in de gemeenteraad vragen over de opslagdepots en PFAS-wasinstallatie, en zelfs toen kwam het college niet op de proppen met het advies.
Verkeerde loket
Schiphol heeft de vergunning voor de gifwasinstallatie aangevraagd bij de gemeente Haarlemmermeer, de gemeente die bekend staat voor het soepel omgaan met regels als het Schiphol betreft. Het is echter nog maar de vraag of de gemeente in deze zaak wel de juiste instantie is. Het lijkt er namelijk op dat niet de gemeente, maar de provincie deze vergunning dient te verlenen. Als dat inderdaad het geval is, moet de hele procedure opnieuw worden doorlopen en dan wél bij het juiste gezag.
In het besluit op de MER-beoordeling refereert de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied aan de artikelen 2.4 en 3.3. van het Besluit omgevingsrecht. Op basis van die paragrafen concludeert de dienst dat niet de provincie, maar de gemeente het bevoegd gezag is.
Maar die conclusie wordt getrokken op basis van onjuiste argumentatie. Want de gemeente is volgens het Besluit omgevingsrecht alleen bevoegd gezag als het niet zou gaan om een zogenaamde IPCC-installatie. Dat wil zeggen dat de installatie niet een zodanige impact kan hebben op het milieu dat deze valt onder de Richtlijn industriële emissies (RIE).
In het eerdergenoemde advies van ILT staat juist glashard gemeld dat de RIE wél van toepassing is op de geplande gifwasserette omdat het om een IPCC-installatie gaat. Deze conclusie wordt zelfs aangedikt met een uitroepteken, wat ongebruikelijk is in ambtelijke adviezen.
Overigens is het veelzeggend dat de inspectiedienst het advies niet richt aan de gemeente, maar aan de provincie. Het illustreert welke instantie ILT zelf beschouwt als bevoegd gezag.
Het Noordhollands Dagblad stelde recent vragen over het ILT-advies aan de omgevingsdienst. Die antwoordt toch vast te houden aan het oorspronkelijke standpunt. “Wij hebben ILT aangegeven waarom.” Er is volgens de dienst ook geen milieueffectrapportage nodig. “Op dit punt hoeft geen vertraging in de vergunningprocedure verwacht te worden”, aldus een woordvoerder tegenover de krant.
ODNZKG lijkt het volgens deze uitspraken beter te weten dan de landelijke inspectiedienst van het ministerie. Terwijl de hele redenatie van Schiphol en omgevingsdienst al vanaf het begin schimmig was.
Wel of niet vernietigen
Vervuiler Schiphol en controlerende instantie ODNZKG stelden samen dat de hele gifwasinstallatie niet bedoeld was om ‘ongevaarlijke’ afvalstoffen (de PFOS dus) te verwijderen, maar om die PFOS ‘nuttig’ toe te passen. Met zo’n redenering is er ineens veel meer mogelijk met de levensgevaarlijke gifgrond.
Die redenering raakt kant noch wal. Schiphol wil de PFOS uit de grond wassen om vervolgens gecontroleerd te vernietigen. Enerzijds door de koolfilters te verbranden waar het waswater doorheen is gegaan en anderszijds door bakstenen te bakken van het restslib. Dat gebeurt bij dermate hoge temperaturen dat de PFOS zou moeten worden afgebroken. Het proces staat nog in de kinderschoenen en is ontwikkeld door een eenmansbedrijfje van een industrieel designer zonder achtergrond in chemie of milieubeheer.
Als dit grootschalige experiment slaagt, dan blijft er van de PFOS niets meer over en is er dus ook geen sprake van een ‘nuttige toepassing’. Als het mislukt, dan ontstaat er een groot probleem. Dan wonen er straks nietsvermoedende mensen in een zwaar giftig huis, gebouwd met PFOS-bakstenen.
Zelfs ingenieursbureau Tauw, ingehuurd door Schiphol om het experiment te beoordelen, geeft op de website aan dat de PFAS-verbindingen vernietigd worden. Dus niet nuttig toegepast. Dat is in tegenspraak met de argumentatie die het bureau opvoert om onder de MER-procedure uit te komen.
Vast staat nu dat de redenering van Schiphol en omgevingsdienst geen hout snijdt. Dat heeft ILT ingezien en de inspecteur maakt er dan ook gehakt van. Desondanks willen ODNZKG en de gemeente doorgaan op de ingeslagen weg. De gemeente dient te beseffen dat hier een enorm aansprakelijkheidsrisico wordt aangegaan. Als het college van burgemeester en wethouders zich dat niet realiseert, grijpt hopelijk de gemeenteraad in.
Vergunning opnieuw aanvragen
De conclusie kan niet anders zijn dan dat het vergunningtraject opnieuw moet. Schiphol moet zich melden aan het juiste loket, bij de Provincie Noord-Holland. Die moet vervolgens zijn rol als toezichthouder en bevoegd gezag serieuzer nemen dan Haarlemmermeer dat doet. Voor omwonenden ontstaat er dan een nieuwe kans zich uit te spreken in de fase waarin zienswijzen kunnen worden ingediend.
Overigens zal ook deze procedure weer door ODNZKG worden uitgevoerd. Deze dienst werkt immers in opdracht van zowel de gemeente Haarlemmermeer als de provincie. Daarmee veranderen wel de politieke bazen. Waar de gemeente wordt gedomineerd door de lokale ‘laat maar waaien’ VVD, is er in Provinciale Staten sprake van een evenwichtiger en mogelijk kritischer samenstelling.
De eigen beoordeling van Schiphol en het ingehuurde ingenieursbureau Tauw dat er geen milieu-effectrapportage nodig zou zijn, rust op de claim dat er geen sprake is van een zogenaamde IPCC-installatie. Haarlemmermeer en de omgevingsdienst slikken deze opinie, maar het advies van ILT maakt dit standpunt onhoudbaar. ILT kwalificeert het onomwonden als IPCC-installatie die daarom valt onder de Richtlijn industriële emissies. En dus dient er een MER-procedure te worden doorlopen.
Dubbele pet
Tauw draagt hier trouwens een dubbele pet. Het bedrijf is behalve adviseur van Schiphol ook de leverancier van de PFAS-wasinstallatie en heeft dus groot belang in voortzetting van het project.
Dat een MER-procedure noodzakelijk is, is volstrekt logisch. Chiel Jonker, wetenschapper aan de Universiteit van Utrecht en dé PFAS-expert van ons land, zei in oktober vorig jaar in het Haarlems Dagblad dat de PFAS met deze opzet niet wordt afgebroken, maar slechts verplaatst.
De grote vraag blijft dan waarheen het gif wordt verplaatst. Wordt het (deels) de lucht ingeblazen, het grondwater ingepompt? Of blijft het toch voor een deel in de opgeleverde ‘schone’ grond zitten die elders wordt gebruikt in bouwprojecten? Het zijn juist deze milieurisico’s die een MER-procedure aan het licht moet brengen en waarvoor echte oplossingen moeten worden gevonden.
Expert Jonker baart het in ieder geval grote zorgen. Hij zegt in het artikel in het Haarlems Dagblad: “Ik ben bezorgd of het écht gaat werken en zou erop aan willen dringen dat dit proces heel goed gemonitord wordt. Tot nu toe blijkt het verwijderen van PFAS maar gedeeltelijk te lukken en blijven we de vervuiling in een andere vorm rondpompen”.
Schiphol op blauwe ogen geloofd
De GroenLinks-fractie in Haarlemmermeer stelt het college vervolgens vragen over de zorgen van Jonker. Het antwoord is ronduit verbijsterend en luidt samengevat dat burgemeester en wethouders Schiphol op de blauwe ogen gelooft. Schiphol zou uitgebreid proeven hebben gedaan waaruit blijkt dat het wasproces voldoet. Onderzoeksverslagen over die proeven ontbreken bij de antwoorden van het college. Die verslagen zijn sowieso nooit openbaar gemaakt.
Het college ziet de uitspraken van wetenschapper Jonker kennelijk als slechts een mening. Een mening bovendien die er minder toe doet dan wat Schiphol roept. Terwijl van het hele procedé bekend is dat het slechts werkt met zandgrond, niet met de kleigrond waarop Schiphol staat.
Grote onzekerheden bestaan er over de hoeveelheid gifgrond die Schiphol wil gaan wassen op het terrein vlakbij Badhoevedorp. Volgens inmiddels verwijderde berichten op de eigen website gaat het in totaal om 180.000 ton vervuilde grond. Onbekend is welke concentraties PFAS zich in die grond bevinden. Voor het slagen van het project zijn dit belangrijke parameters. Maar omgevingsdienst en gemeente hebben er geen vragen over gesteld en tasten net als iedereen in de omgeving in het duister.
Vast staat dat als er PFAS vrijkomt naar de omgeving, ook al is dat in lage concentraties, er serieuze problemen ontstaan. PFAS breekt immers niet af in de natuur en hoopt zich op. Het is daarom meer dan relevant om in kaart te brengen om welke hoeveelheden het gaat.
Gaan ze eindelijk beginnen?
Een belangrijke kwestie is ook of nu eindelijk een begin gemaakt gaat worden met de aanpak van alle PFAS-verontreiniging op Schiphol en in de regio. Tot op heden werd slechts grond afgevoerd of opgeslagen die vrijkwam tijdens bouwwerkzaamheden. Maar als zo’n verontreiniging is ontdekt, moet volgens de wet de totale omvang in kaart worden gebracht en zonodig gesaneerd. Dat is nog nooit gebeurd op Schiphol en dat is een van de belangrijkste redenen dat het gif zich heeft kunnen verspreiden over de hele regio rond het vliegveld.
De onzorgvuldigheid spat er vanaf bij de gemeente Haarlemmermeer en de omgevingsdienst. Zelfs nu een informatieavond is gepland en een hoorzitting volgt over de ingediende zienswijzen, komen burgemeester en wethouders op 22 februari jongstleden nog met een extra vergunning voor een gifopslag. Schiphol mag het tijdelijke gronddepot TTOP2 verder uitbreiden. Bezwaar maken kan nog steeds, tot zes weken na de datum 22 februari van dit besluit. Doen!
Het PFAS-dossier van Schiphol stinkt aan alle kanten. Onzorgvuldigheid is troef, afwijken van bestaande wet- en regelgeving de gewoonte. Het is zelfs onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is.
Gegevens van vijf jaar geleden
De autoriteiten lijken geen enkel zicht te hebben op het totaalbeeld. De omgevingsdienst verwijst op zijn eigen website naar een PFOS-kaart die sterk verouderd is en daarom een onvolledig beeld geeft van de situatie. De laatste keer dat die kaart werd bijgewerkt was in 2019. Dat is inmiddels vijf jaar geleden. Sindsdien zijn er honderden extra metingen gedaan waarbij PFAS is aangetroffen.
De kernvraag is hier hoe gemeente, provincie en omgevingsdienst überhaupt verantwoord toezicht kunnen houden als er niet eens een totaalbeeld van de verontreinigingen beschikbaar is. De ernst van het probleem blijft daardoor zwaar onderbelicht, er is geen zicht op onderlinge verbanden en er kan niet effectief gestuurd worden op oplossingen. Het wordt zo wel erg makkelijk om weg te blijven kijken.
Om een beter totaalbeeld te krijgen, is het noodzakelijk dat de al jaren beloofde update van de PFOS-kaart er nu komt. En niet alleen met data van de omgevingsdienst, zoals nu het geval is, maar ook met data van hoogheemraadschappen en Rijkswaterstaat. En van Waternet uit Amsterdam bijvoorbeeld.
Zo’n kaart dient zo compleet mogelijk te zijn, geïntegreerd met gegevens van allerlei instanties en continu actueel gehouden met nieuwe metingen in bodem, grondwater, oppervlaktewater en waterstelsels, zoals het drainage-systeem dat onder Schiphol is aangelegd.
Dat het hoog tijd wordt om tot actie over te gaan en inzicht te krijgen in de omvang en ernst van de verontreiniging blijkt duidelijk uit een document van het Hoogheemraadschap Rijnland. Daarin vermeldt de instantie dat de PFOS-concentraties rond Schiphol zó hoog zijn dat ze het gemiddelde over de hele regio tot ongekende hoogte doen stijgen.