Vandaag velde de rechter in Den Haag een historisch vonnis. De overheid heeft de belangen van omwonenden van Schiphol decennialang verkwanseld en moet zich vanaf nu aan de wet houden. Dat betekent een eind aan het anticiperend handhaven en maximaal 400.000 vluchten.
Het is afgelopen met het anticiperend handhaven. De rechter was daar glashelder over: deze vorm van gedogen kent geen enkele wettelijke basis en is dan ook onrechtmatig. De overheid moet er direct mee stoppen en gaan handhaven op de vigerende wetgeving, zoals die is vastgelegd in het Luchthavenverkeersbesluit van 2008 (LVB2008).
De geluidsgrenzen die in dat besluit zijn opgenomen staan Schiphol niet toe meer dan 400.000 tot 420.000 vluchten per jaar uit te voeren. Dit blijkt uit berekeningen die het Ministerie van Infrastructuur heeft laten maken door bureau To70. Eerder ging het ministerie uit van meer vliegruimte, maar dat bleek wensrekenen te zijn.
Geen ‘balanced approach’
Voor die krimp hoeft het ministerie niet de ‘balanced approach’ af te wachten die de Europese Unie eist. De reden daarvoor is dat deze methode pas sinds 2016 is voorgeschreven, terwijl de geldende wetgeving stamt uit 2008, ruim voor de verplichting dus.
De rechter neemt het de Staat kwalijk dat al sinds de invoering van het LVB2008 omwonenden aan het lijntje worden gehouden. Zo worden nieuwe bewoners in de regio buiten de berekeningen gehouden en geven de handhavingspunten geen volledig beeld van de spreiding en ernst van de geluidsoverlast.
Het zijn bovendien niet alleen de mensen die binnen de geluidscontouren van Schiphol wonen die te maken hebben met ernstige overlast en slaapverstoring, maar juist ook veel mensen daarbuiten. Die worden evenmin meegenomen in de cijfers van het ministerie.
Geen poot om op te staan
De rechtbank signaleert dat mensen met overlast en slaapverstoring nergens terecht kunnen met hun klachten. Juridisch hebben ze geen poot om op te staan en dat is niet in lijn met de rechten van de mens.
“De overheid heeft steeds gekeken naar het belang van de luchtvaartindustrie en pas in laatste instantie naar de belangen van omwonenden. Daardoor is er voor omwonenden te weinig overgebleven”, aldus de rechter.
Beluister zelf de uitspraak van de rechter
“Deze manier van belangen afwegen voldoet niet aan de eisen die het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) in zaken als deze aan die belangenafweging stelt.”
Minister aan het werk
Demissionair minister Mark Harbers wordt aan het werk gezet. Hij moet binnen een jaar met wetgeving komen die wél voldoet aan de randvoorwaarden van het EVRM en waar de burger praktische en effectieve rechtsbescherming krijgt. Ook moet hij een nieuwe – en nu wél correcte – belangenafweging maken.
Ook moet Harbers het LVB2008 actualiseren en daarin ook de nieuwe bewoners meenemen die na 2005 in de regio zijn gevestigd. Tot op heden werkte het ministerie in de berekeningen immers met een sterk verouderd woningbestand dat een veel te krap beeld geeft van het huidige aantal omwonenden en dus ook niet van de werkelijke overlast en slaapverstoring.
De rechter wilde niet de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie opleggen aan de Staat omdat die richtlijnen niet bindend zijn.
Hoger beroep niet vertragend
Het vonnis is “uitvoerbaar bij voorraad” en gaat dus direct in. Een verwacht hoger beroep door de zaak – al was het maar om het herintroduceren van handhaving te vertragen – heeft dan ook geen opschortende werking.
Het vonnis is het resultaat van jaren noeste arbeid door een team van vrijwilligers van de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV). Zij waren vandaag enthousiast over het vonnis. “Op meer hadden we niet mogen hopen”, aldus voorzitter Jan Boomhouwer.
Met het vonnis in de hand is het voor de mensen in de regio een koud kunstje om individueel of als groep een claim in te dienen bij de Staat, zo meldt een advocaat ons. De overheid heeft immers anderhalf decennium (!) onrechtmatig gehandeld tegenover deze mensen. Dat heeft schade opgeleverd, onder meer aan gezondheid, waarde van vastgoed en arbeidsproductiviteit.