Wat gebeurde er die avond? Wat zat er in het vliegtuig? Hoe kan het dat een vliegtuig over een dichtbevolkte wijk als de Bijlmer heen vloog? Waarom mocht dat? Deden wij, de bewoners, er wel toe?
Deze vragen van omwonenden worden genoemd in een advies om meer openheid te geven in het dossier van de Bijlmervliegramp. Het zijn deels dezelfde vragen die omwonenden dertig jaar later nog steeds stellen over Schiphol in het algemeen. Waarom vliegen er honderden vliegtuigen laag over dichtbevolkte wijken, waarom mag dat en doen wij, de bewoners, er wel toe?
Het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) hekelt in het rapport de manier waarop de overheid is omgegaan met de bewoners van de Bijlmermeer. Er is tot op heden sprake van gebrekkige communicatie waardoor het wantrouwen van bewoners en nabestaanden groot is.
“Ja, het kan en ja, het moet”, aldus het college op de vraag of er meer openbaarheid moet komen over de vliegramp. Op korte termijn dient de overheid zoveel mogelijk documenten vrij te geven die niet al te gevoelige informatie bevatten maar desondanks nog steeds onder de pet worden gehouden.
Vervolgens moet het geheime archief anders worden ingedeeld, zodat bepaalde stukken die de overheid per se niet wil vrijgeven niet de publicatie verhinderen van andere stukken omdat ze toevallig in hetzelfde deel van het archief zijn opgeslagen.
Verdrag van Chicago in de weg
De belangrijkste actie is echter om te kijken of alle geheime stukken wel vallen onder het Verdrag van Chicago. Dat verdrag werd na het einde van de Tweede Wereldoorlog gesloten om het internationale vliegverkeer te stimuleren en stelt onder meer dat de onderzoeksinformatie over vliegtuigrampen 75 jaar geheim moet blijven. Maar: “De bescherming die het verdrag biedt, is niet absoluut. Er zijn situaties denkbaar waarin het wel degelijk mogelijk is om uitzonderingen te maken”.
“Er kan uitzondering worden gemaakt wanneer een bevoegde instantie oordeelt dat er een groter belang aan openbaarmaking moet worden toegekend en dat openbaarmaking geen negatieve invloed heeft op huidige of toekomstige onderzoeken.”
Op dit moment ligt die beoordeling uitsluitend in handen van de minister van Infrastructuur, maar ACOI vindt dat er een onafhankelijke commissie moet komen waarin alle belanghebbenden vertegenwoordigd zijn en niet alleen de vliegindustrie. Zo moeten de bewoners, de slachtoffers en de nabestaanden ook een stem krijgen in de besluiten.
Investeren in toegankelijkheid
De overheid dient de stukken niet alleen beschikbaar te stellen, maar ook de toegankelijkheid te vergroten. “Om te kunnen snappen wat er is gebeurd op en na 4 oktober 1992 is het belangrijk dat de betrokken instanties samen een compleet overzicht geven van alle informatie die er rond deze ramp is verzameld. [..] Voor bewoners, journalisten en wetenschappers is het belangrijk om inzicht te krijgen in de stukken die er zijn en hulp te krijgen als ze het archief willen induiken.”
Informatie over de Bijlmervliegramp bevindt zich op verschillende locaties: bij de Raad voor de Luchtvaart, in het stadsarchief van Amsterdam en in het archief van de Parlementaire Enquêtecommissie die werd ingesteld na de ramp.