Gisteravond beweerde directeur Mario Bakker van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied dat de Commissie MER heeft meegekeken bij het besluit om geen milieu-effectrapportage (MER) te eisen voor de gifwasinstallatie van Schiphol. Dat is bezijden de waarheid, zo erkende hij na zijn presentatie.
Bakker deed zijn uitspraken op een informatiebijeenkomst voor bezorgde burgers over de geplande PFAS-wasinstallatie van Schiphol. Die moet worden gebouwd vlakbij de woonkern Badhoevedorp.
“Waarom zegt zo’n man dat”, vraagt een aanwezig gemeenteraadslid van Haarlemmermeer zich af. Zo’n honderd bewoners gaven acte de présence. Maar hen werd geen mogelijkheid geboden plenair vragen te stellen. In de pauze konden zij terecht bij drie standjes waar het door de grote toestroom al snel onmogelijk werd om de gesprekken te volgen.
Directeur Bakker van ODNZKG kon desgevraagd niet goed uitleggen waarom de landelijke Inspectie Leefomgeving & Transport vindt dat er voor de gifwasserette wél een MER nodig is, maar volgens zijn eigen dienst niet. Hij was duidelijk gepikeerd vanwege “de gewoonte van ILT om zo’n advies dan maar gelijk publiek te maken” en voelt zich door de inspectie met de rug tegen de muur gezet.
ILT uit ernstige kritiek
Dat is een wel erg magere uitleg omdat de kritiek van ILT op het project ernstig is. Zoals op deze site eerder gemeld signaleert ILT onder meer verschillen in de aangemelde concentraties van het PFAS-gif en waarschuwt deze voor allerlei milieurisico’s zoals het verwaaien van het gif en emissies uit onderdelen van de installatie.
De gemeente Haarlemmermeer is van plan Schiphol voor een periode van negen jaar een vergunning te geven voor de wasinstallatie. In die periode moet volgens Bakker meer dan 200.000 ton gifgrond worden gesaneerd. Dat is ruim 60 ton (!) per dag als zeven dagen per week wordt doorgewerkt. Waarbij de kans bestaat dat de vervuilde grond meerdere keren door de installatie moet worden gehaald als er met één cyclus te weinig resultaat wordt gehaald.
In deze periode wil Schiphol de vervuilde kleigrond zoveel mogelijk ontdoen van het ‘forever chemical’ PFOS. Deskundigen stellen echter dat het procedé niet goed werkt met kleigrond. Het risico dat er iets misgaat, is groot. Geregeld zal onderhoud moeten plaatsvinden of reparaties uitgevoerd. Daarbij zal steeds een risico optreden op het vrijkomen van het gif. Directeur Bakker van ODNZKG denkt dat het wel zal meevallen en dat de installatie zal werken zonder PFOS te lekken naar de omgeving. ILT sprak ernstige twijfels uit over deze opinie.
De installatie moet 80 procent van de verwerkte grond schoon opleveren, aldus de plannen. Van de overige 20 procent, ruim 40.000 ton zwaar vervuild slib, wil Schiphol bakstenen laten bakken.
Rapporten niet openbaar gemaakt
Daarvoor is het vliegveld in zee gegaan met een eenmanszaak zonder ervaring in de milieutechnologie. Bakker van de omgevingsdienst ziet er geen problemen in. “Het bakken van de stenen is één van de mogelijkheden die Schiphol onderzoekt. Het is niet gezegd dat dit gaat gebeuren.” Tot op heden heeft Schiphol echter geen andere verwerkingsmogelijkheden voor het zwaar vervuilde restslib geopperd. Evenmin zijn de rapporten over de volgens eigen zeggen geslaagde experimenten met het bakken van de PFAS-stenen openbaar gemaakt.
Het feit dat het op Schiphol regelmatig misgaat in de omgang met het PFOS-gif baart Bakker niet al teveel zorgen. Overal gaat wel eens iets mis. Hij geeft aan dat de omgevingsdienst wel degelijk optreedt bij overtredingen. Op de vraag wanneer ooit een boete is uitgedeeld, of een dwangsom is geïnd, moet hij het antwoord schuldig blijven. In de openbare archieven van de dienst komen dergelijke boetes of dwangsommen niet voor. Wel zijn er waarschuwingsbrieven en aanzeggingen bekend.
Hulpvraag aan Commissie MER
Het dispuut tussen de omgevingsdienst en de nationale inspectie over het al dan niet moeten doorlopen van een MER-procedure baart SchipholWatch grote zorgen. Daarom hebben we nu de Commissie MER zelf gevraagd dit dossier te bestuderen en een advies uit te brengen. Deze commissie bestaat uit deskundigen die onafhankelijk advies uitbrengen over de opzet en uitvoering van milieu-effectrapportages. Niet zelden is de commissie zeer kritisch met het oog het milieu optimaal te beschermen.
Zo stelde de commissie vorig jaar nog zeer strenge eisen aan de rapportage die vliegveld Zestienhoven moest opleveren en was deze adviesraad zeer kritisch over de destijds opgestelde Luchtvaartnota 2020-2050. Onder meer werd gewezen op het feit dat het aantal gehinderden door het vliegverkeer van en naar Schiphol twee keer zo groot was als bleek uit de MER bij die nota.